Europa's grootste vrachtwagen producenten stoppen met verkoop dieselmotoren tegen 2040

De grootste vrachtwagen producenten in Europa hebben zich geëngageerd om tegen 2040 geen traditionele verbrandingsmotoren meer te gebruiken. Dat is 10 jaar eerder dan oorspronkelijk gepland. Het bericht werd naar buiten gebracht door de Financial Times, voorafgaand aan de officiële aankondiging van de bedrijven zelf. De bedrijven, ondermeer Ford, Volvo, Scania, Man, Daimler en Iveco, hebben een gezamelijk statement ondertekend om diesel motoren de komende twintig jaar uit te faseren en te vervangen door motoren die werken op basis van waterstof of batterij. Samen zullen ze tussen de 50 en 110 miljard euro aan investeringen doen volgens de Financial Times.

"Er is geen silver bullet, er zal niet één technologie zijn die domineert, er zullen zich gaandeweg meerdere technologieën ontwikkelen"" zei Henriksson, die in 2020 de voorzitter is van de Commercial Vehicle Board of Directors van de Automobile Manufacturers' Association (ACEEA). De commitment komt er enkele dagen nadat de EU een akkoord bereikten over striktere doelen mbt emissies. Na veel discussie werd er overeengekomen om broeikasgassen met 55% te doen dalen tegen 2030 in vergelijking met 1990. Er wordt gestreefd om klimaatneutraal te zijn tegen 2050. Het vorige doelwit was een reductie van 40% tegen 2030 in vergelijking met 1990. De vrachtwagen producten van Europa zijn al even bezig met het investeren in alternatieve technologie. Daimler, bijvoorbeeld, onthulde in september een Mercedes-Benz concept vrachtwagen die gebruik maakt van brandstofcellen. De vrachtwagen heeft een bereik van maximaal 1000km en zal naar verwachting in de praktijk getest kunnen worden door klanten in 2023. De productie wordt verwacht te kunnen starten in de tweede helft van dit decennium.